Schrijven als oerdrang - interview met Mustafa Kör
Op 29 maart zwaait Mustafa Kör, na zijn tweejarig mandaat als Dichter des Vaderlands, feestelijk af. Op deze avond in de Arenberg zal Mustafa zich nog eenmaal tot u richten met poëzie, muziek en complimenten.
Mustafa, kan je me iets vertellen over je achtergrond als schrijver, wie je inspiratiebron was om te beginnen schrijven misschien?
Dat is meteen met de deur in huis vallen (lacht). Het speciale aan mijn specifieke verhaal is dat er geen ziel op aarde mij heeft geïnspireerd om te schrijven, het kwam als een pure drang naar boven drijven. Die drang had ontegensprekelijk te maken met het feit dat ik in deze rolstoel terecht ben gekomen. Daardoor heb ik een ander leven en een ander manier van omgaan met de dingen ontwikkeld. Ik ben ook pas jaren later beginnen lezen. Meestal beginnen schrijvers te lezen vooraleer ze een woord op papier zetten maar bij mij was het andersom.
Welke thema’s vind je het meest fascinerend om over te schrijven en waarom?
Dat is een beetje subjectief. Wat vind jij mooi? Wat inspireert jou? Bij mij moet het alleszins doorleefd zijn, uit een oerdrang komen opborrelen en niet zomaar een linguïstisch haarfijn uitgedokterd iets zijn. Het moet een waarachtigheid hebben en dat vind ik terug in de zwarte romantici, de 19de eeuwse dichters. Dan denk ik aan een Baudelaire of Wigman. Het moet een zekere doorleefdheid en rauwheid bezitten die misschien ons meer leert over het leven. Het moet alleszins uit de onderbuik komen.
Hoe ziet jouw schrijfproces eruit?
Ik heb geprobeerd om overdag te schrijven of zoals veel collega’s vaste schrijfuren te hebben, maar bij mij is het zeer diffuus. Het vliegt alle kanten op maar ik schrijf het liefst in de nacht. Er moet stilte zijn waarbij de wereld gaat slapen en dan mijn demonen beginnen te ontwaken. Ik kan zelfs niet schrijven als ik weet dat er nog iemand in huis rondloopt, op de één of andere manier stoort me dat. Een ondankbaar gegeven want terwijl iedereen gaat slapen, begin ik eraan, met alle gevolgen vandien dat ik meestal tot in de late uurtjes zit te rommelen. Gevolgen voor lijf en leden.
Hoe ga je om met uitdagingen zoals een writers block? O hoe zoek je naar inspiratie?
Je moet er een zeker vertrouwen in hebben dat het wel komt, of zoiets. Een writers block heb ik, denk ik, nog niet gehad. Maar ik kan dus niet schrijven om te schrijven. Er moet een onhoudbare urgentie zijn die noopt tot het boekstaven van dingen die er toe doen. In opdracht schrijven lukt me enigszins ook maar als je het echt hebt over jouw metier of hetgeen waar je mee bezig bent dan moet er een doorleefdheid en kwaliteitsdrang zijn die jou verplicht dat neer te pennen. Het mag niet voor de leut zijn. Gelukkige schrijvers hebben niets te vertellen.
Wat is jouw favoriete boek of gedicht dat je hebt geschreven en wat maakt het zo speciaal voor jou?
Kiezen is verliezen. Ik kan hier wel een paar opnoemen maar ik heb niet echt een favoriet gedicht. Mijn favoriet boek of gedicht moet nog komen, laten we het zo zeggen.
In welke mate zijn je persoonlijke ervaringen van invloed geweest op je boeken?
Ik schrijf redelijk autobiografisch. Niet in de zin van lineair je leven navertellen, het is de insteek dat je je wederwaardigheden, je verhouding tot de wereld, ombuigt tot literatuur. Ze zijn in mijn optiek juist echter en rauwer. Ik benijd collega’s die alles op voorhand uitdokteren en minutieus te werk gaan als FBI profilers terwijl ze alles uit hun duim zuigen. Ik werk zo niet, ik vind dat synthetisch. Bij mij gaat het om aanvoelen, en als je daar een zaadje te pakken hebt moet je dat cultiveren en vroeg of laat oogst je wel.
Hoe ga je te werk bij het bedenken en schrijven van nieuw werk?
Dat gaat ook heel organisch. Het kan één zin of één flard zij die de aanzet vormt. Bij mij werken vooral beelden en muzikaliteit. Dat is een soort haakje dat in water ligt en als je voelt dat er actie is of interesse dan heb je beet. Dan is het de kunst om die vis of wat je dan ook aan de lijn hebt kundig binnen te halen. Dat is vaak een strijd maar dat maakt het juist interessant. Niet alle vissen die aan jouw aas knabbelen zijn goede vissen. Het is een mooie metafoor. Je moet in ieder geval een invalshoek hebben, dat kan een inspiratiebron zijn. Het boek waar ik nu aan bezig ben gaat over lichamen en lichamelijkheid. Daar kan je natuurlijk veel over zeggen. Ik kan geïnspireerd geraken door een oud bommatje dat over straat loopt en struikelt. Dat beeld kan je in een context plaatsen die uitmondt in een prachtige vertelling.
Hoe lang doe je dan gemiddeld over het schrijven van je werken?
Dat is altijd anders, hangt af van welk soort boek het is, wat het doelpubliek is, hoe groot of breed wil je het hebben? Er zijn boeken waar ik twee jaar over doe en er is een boek dat maar een half jaar tijd in beslag nam. Veel hangt af van de flow, je gestel, je tijd. Soms komt het als een soort ketchupfles die leegloopt, andere keren moet je lang ploeteren.
Hoe zou je zelf je schrijfstijl omschrijven?
Moeilijk te zeggen van jezelf. Intuïtief, rauw, bloemrijk, vanalles wat. Door de jaren heen is daar ook verandering in gekomen. Ik hou alleszins van de zwarte romantici. Waar er een zekere dualiteit in zit. Romantisch maar toch met een donker kantje aan. Dat is zoals het leven is.
Hoe ga je om met eventueel kritiek op je schrijven?
Je kan nooit iedereens vriend zijn. Smaken verschillen ook. Mits het onderbouwde goede kritiek is, al dan niet door een vakman, moet je dat als iets positief beschouwen. Kritiek zorgt er voor dat de standaard hoog behouden blijft. De 21e eeuw sociale media, de bagger, wat heb je daaraan? Dat is verloren energie om je daar mee bezig te houden.
Je bent ook dichter. Hoe is jouw dichterschap ontstaan?
Als je echt je ziel hebt verpand aan de taal en de literatuur moet het bijna, vroeg of laat, dat poëzie je pad kruist, je kan daar niet omheen. Poëzie is van alle tijden. Het is een straffe uitspraak maar ik denk dat poëzie er al was nog voor er talen bestonden. Poëzie is hetgeen wat ons onderscheid van andere zoogdieren, wat ons melancholie en een zekere weemoed bezorgt. Het maakt ons ook oermenselijk. Als je dat in een gebald, tot de verbeelding sprekend gedicht kunt vormgeven bereik je een zalig gevoel.
Wat doe je het liefste, dichten dan?
Beiden. Je kan die twee niet vergelijken. Poezie is eerder een gevoel terwijl proza vaak een soort bandwerk is waar je elke dag die vijfhonderd woorden op papier zet. Het is zoals een juweel, een kristal of diamant slijpen terwijl poëzie geen regels heeft. Ik doe ze beide graag maar poëzie is organisch en hoe behapbaar het ook lijkt, het is vaak moeilijker omdat een punt of komma een heel andere wereld kan opwekken. Proza is wat dat betreft duidelijker, daar zit structuur in die gemakkelijker lijkt. Want schrijf maar een onvergetelijke familiesaga van 500 pagina’s. Dat is niet evident.
Heb je een tip voor beginnende schrijvers?
Lees! Schrijf niet voor je 100 boeken hebt gelezen. Lees de klassiekers. Als je honderd van die grote meesterwerken achter de kiezen hebt mag je denken dat je een keertje mag proberen te schrijven en dan weet je wat literatuur is. Maar dan is nog de vraag of het je zal lukken. Ga zeker geen kopie worden van een ander, probeer je eigen stem te vinden. Maar de basis is dus lezen. Eerst stappen vooraleer je wilt vliegen.
Wat kunnen we nog van jou verwachten in de nabije toekomst?
Er komen dit jaar drie boeken uit. Het eerste is bijna gedrukt, die gaat eind maart de wereld in. Dat zijn de gebundelde gedichten van mijn termijn als Dichter des Vaderlands, het zal gepresenteerd worden op de slotshow in de Arenberg op 29 maart. Dan is er een mooi bibliofiel boekje dat een collectors item is geworden. Dat gaat één van deze dagen op de markt komen. Het is met gedichten die ik gemaakt heb als ode voor de bibliotheken, we gaan het opsturen naar alle 500 bibliotheken die er in België zijn. De bibliotheek en de stad Leuven vond het te mooi om zomaar als een gedicht te gebruiken en dus is er een boekje van gekomen. Het derde boek dat gaat uitkomen is het grotere werk. Dat gaat eind september op de markt komen. Dat is persoonlijker, het is een roman die gaat over lichamen en lichamelijkheid.
Tot slot, is Mustafa Kor te omschrijven in drie woorden?
Eigenlijk zou je het aan andere mensen moeten vragen. Ik denk dat ik een zekere dualiteit heb, zeer intuïtief maar ook donker.
Bedankt voor de babbel en tot in Arenberg.
Reactie plaatsen
Reacties