“Vijftig piemels later” - interview met Deborah Seymus
“Vijftig piemels later”, een boek over geweldige en slechte seks en alles daartussen. Nochtans is het geen doorsneeboek maar vooral een ontdekkingstocht van een jonge vrouw naar zichzelf. Ik had een aangename babbel met Deborah Seymus, bij haar thuis in Hoboken.
Hallo Deborah. Je schreef onlangs “Vijftig piemels later”, een boek voor jonge vrouwen en mannen waarin je je eigen verhaal vertelt en leerde om lief te hebben. Zo vond je uiteindelijk het geluk. Vertel, wie ben jij?
Ik ben 32 jaar en werk als zelfstandig journalist en copywriter. En sinds kort dus ook auteur van mijn eerste boek. Eigenlijk is het schrijven van het boek snel gegaan, want op één jaar tijd heb ik mijn contract getekend, het boek geschreven én is het uitgegeven. Verder schrijf ik voornamelijk voor De Morgen en daarnaast heb ik nog andere klanten. En...ik ben gelukkig!
Wat maakt jouw boek anders dan een doorsneeboek over seks?
Het boek is volledig autobiografisch geschreven, dus ik verhul niets en ik verwoord het zoals het gebeurd is. Ik laat doorheen verschillende hoofdstukken zowel mannen als vrouwen aan bod komen. Ik schaam me duidelijk voor weinig en ik geef veel details prijs waar ik soms achteraf van denk of dat nu echt nodig was. Tja, ik ben nu eenmaal een echte flapuit.
Je ervaart als lezer enerzijds de luchtigheid van mijn levensverhaal alsook de heftigheid ervan. Tussendoor wissel ik af met reflecties over welke lessen ik hieruit heb getrokken. Het is dus niet alleen een aaneenrijging van gekke verhalen maar ook wel hoe ik geworden ben, na al die dingen mee te maken. Dat mijn ervaringen in mijn seks- en liefdesleven hebben bijgedragen aan mijn ontwikkeling vond ik belangrijk om mee te geven. Op dat vlak is het een uniek boek.
Jouw boek is verrassend openhartig, ook met best veel humor. Je hebt het over verliefdheden, seksuele avonturen maar ook over je trauma’s. Was het schrijven van het boek een beetje therapeutisch?
Ik heb lang therapie gevolgd bij verschillende psychologen, dat was nodig met de dingen die ik heb meegemaakt. Een abortus en misbruik verwerk je niet zomaar op je eentje. Toen mijn boek eenmaal klaar was, realiseerde ik me dat het boek de beste en de meest afsluitende therapie was die ik ooit kon gebruiken zonder het eigenlijk te weten. Ik ben aan het boek begonnen om mijn verhaal te delen met de wereld. Ik wou weten hoe mensen zouden reageren, maar door het schrijven heen heb ik vaak moeten praten met mijn omgeving omdat ik veel details uit mijn verleden opnieuw herbeleefde. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik door het schrijven eigenlijk mijn eigen therapie heb gevolgd. Op mijn eigen ritme. Het leuke is dat ik nu wel het idee heb dat de dingen die gebeurd zijn ook verwerkt zijn.
Vond je het belangrijk om mee te geven dat je leerde jezelf lief te hebben en hierdoor nu het geluk vond?
Ja dat vond ik heel belangrijk. Als je kijkt naar wie ik was tussen mijn 15 en 25 jaar, is dat duidelijk een meisje, een jonge vrouw, die helemaal niet weet hoe ze zichzelf liefde moet geven. Iemand die weinig zelfrespect heeft, die daardoor ook vaak de foute keuzes maakt, zich snel laat beïnvloeden door anderen en denkt liefde te kunnen halen bij de foute mensen. Zelfliefde is het allerbelangrijkste dat ik mezelf heb kunnen geven en daardoor ben ik nu in staat om echt dingen te realiseren die bedoeld zijn voor mij. Zoals mijn journalistieke pad dat ik nu bewandel en de relatie die ik met mezelf heb. Die dingen zijn er alleen maar gekomen omdat ik nu geloof in mezelf. Ik vind dat ik recht heb op liefde, op de juiste manier van liefde, en dat ik mezelf graag mag zien. Ik dacht vroeger dat ik mezelf graag zag maar ik schonk mezelf weg aan de eerste de beste die op mijn pad kwam en mij wou, zonder erbij stil te staan of die persoon het wel waard was om in mijn leven te zijn. Ik stelde mezelf niet de juiste vragen: wat voel ik voor die persoon, is hij of zij wel echt belangrijk voor me. Als ik nu iemand ontmoet stel ik mezelf deze vragen wél, en of dat iemand is die meer dan vriendschap van me wil. Zelfliefde heeft me ook geleerd om grenzen te stellen. Daar hoeft geen schaamte in te zitten. Dat levert een rijker en eerlijker leven met mezelf op. Ook voor mijn omgeving is dit goed. Ik moet niemand meer iets wijs maken. Ik teken heel duidelijke krijtlijnen uit voor mezelf waardoor mijn leven nu ook gemakkelijker is. Het boek laat ook zien dat het een lang leerproces is, van mijn vijftiende tot mijn dertigste dus dat is vijftien jaar dat ik met dat proces bezig ben geweest.
Het boek is meer dan de titel doet vermoeden. Het is meer dan een verhaal over een aantal avontuurtjes.
De titel spreekt aan hé, dat weet ik. Zelf verzonnen (lacht). De uitgeverij was niet meteen overtuigd, ze vonden het woord piemels te heftig. Rekening houdend met de Vlaamse normen begrijp ik dat. De titel “Vijftig mannen later” vond ik dan ook weer nergens op slaan. Het boek moest mensen aanspreken. Mogelijks zijn er mensen teleurgesteld die dachten dat de inhoud luchtiger zou zijn (lacht). Omgekeerd zal vast ook gebeurd zijn, dat mensen juist wél veel aan de diepte en heftigheid van de inhoud hebben gehad. Ik ontving al berichten van jonge vrouwen dat ze veel aan mijn boek hadden. Dat is de reden waarom ik het boek schreef. Mijn verhaal is veel, zoveel dat je het niet in één titel kan samenvatten. Op de achterflap van het boek kom je meer te weten over de inhoud. Zo snappen mensen dat het geen puur seksboek is, maar een boek waarin een levenspad bewandeld wordt. Wat ik vooral niet met mijn boek wou doen was een soort van adviesgoeroe zijn en verkondigen hoe je goede seks hebt of hoe je de juiste partner vindt. Ik wou juist dat alle klunzigheid die gepaard gaat met die zoektocht beschreven werd. In een liefdesleven bestaat een prinsessenverhaal niet. Je moet soms door diepe dalen gaan om er sterk uit te komen. Als ik die diepe dalen niet had meegemaakt, was ik niet de persoon die ik nu ben!
Heb je door het boek beseft wat voor soort partner je nodig hebt?
Absoluut. Dat had niet zozeer te maken met het type waar ik gewoonlijk op viel maar wel met wat ik nodig heb in een lange relatie. Dat wist ik vroeger niet. Vroeger kwam ik een kerel tegen, en dacht dat hij wel bij me paste omdat hij knap was en een vlotte prater. Terwijl ik zoveel meer nodig heb. Ik heb iemand nodig die mijn diepte mee kan beleven voor de rest van mijn leven. Ik ben heel dankbaar dat ik mijn huidige partner pas later heb leren kennen en niet toen ik achttien jaar was. De persoon die ik was op mijn 18de is een heel ander persoon dan wie ik nu ben. Dat zie ik nu ook bij leeftijdsgenoten die samen zijn met hun liefje van toen ze jong waren. Zij gaan nu uit elkaar, omdat ze niet meer dezelfde persoon zijn als toen.
De uitgever sprak over een ontdekkingstocht op fysiek, emotioneel en spiritueel vlak. Kan je daar iets meer over vertellen?
Qua emoties kan je met mijn boek alle kanten uit. Je gaat lachen en een traan wegpinken. Het fysieke element betreft uiteraard bepaalde seksscénes die in het boek voorkomen. Dat is iets waar sommige lezers mee getriggerd kunnen worden. Ik heb er geen probleem mee als zij zich opgewonden voelen bij het lezen van bepaalde seksscénes, dat is de bedoeling. (grinnikt)
Het spirituele stuk gaat over de ontdekkingstocht van het hoofdpersonage, ik dus. Het verhaal begint vanuit een jong naïef meisje dat openstaat voor eender wie en iedereen inlaadt in haar rugzak tijdens haar trektocht en daarna er af en toe mensen uitgooit om plaats te maken voor nieuwe mensen. Uiteindelijk maakt ze de rugzak leeg en kijkt ze wie er nog wel in de rugzak past en wie niet.
Vind je dat het boek geschreven is in stereotypen?
Het eerste hoofdstuk beschrijft wel een typetje waarvan er veel mannen rondlopen dus ik denk dat ik sommige stereotypes wel heb proberen aanraken, zodat meer mensen zich gemakkelijker in het verhaal herkennen. Hoe ik het verhaal heb neergeschreven is telkens wel uniek, ik kan me niet voorstellen dat een ander mens exact dezelfde ervaring had als ik. Ik heb het zo opgeschreven dat iedereen zich hierin kan herkennen of dat je denkt : aha zo’n gast heb ik ook al eens gedatet.
Ben je zelf een lezer?
Ik lees echt van alles, er liggen hier thuis overal boeken. Ik heb het eerste boek van Elena Ferrante net in één ruk uitgelezen. Ik ben nu aan het tweede boek bezig, ”De nieuwe achternaam”. Ongelooflijk hoe de auteur kan blijven schrijven over twee vriendschappen. Je wordt echt in het verhaal meegezogen. Het derde en het vierde boek liggen al klaar bij mijn schoonmoeder. Ik probeer altijd boeken die ik heb gekocht, te ruilen met iemand anders. Wanneer ik een boek uitgelezen heb, bedenk ik me bij wie het nog kan passen vanuit mijn omgeving. Als journaliste krijg ik veel boeken toegestuurd, dus ik sta zeker acht boeken achter, maar hierdoor lees ik wel veel en kom ik verschillende genres tegen. Ik lees de laatste tijd vooral wat meer literaire boeken. Vroeger moest ik daar weinig van weten: een boek moest vooral vlot geschreven zijn, de inhoud was niet zo belangrijk en er moest wat seks in voorkomen. Nu vind ik daar niet veel meer aan. Het gevaar bij mij is wel dat wanneer ik begin te lezen, ik niet kan stoppen. Zo zat ik een paar dagen geleden aan de keukentafel te lezen tot twee uur ‘s nachts maar ik moest de volgende dag wel vroeg uit bed.
Heb je een boekentip voor de Antwerpse lezers?
“In de tuin van het beest”, geschreven door Leila Slimani. Over de begeerte van een vrouwelijk lichaam, een verslaving. En natuurlijk mijn eigen boek ”Vijftig piemels later”. Ik ben niet zo goed in mezelf in de kijker zetten. (lacht).
Je mag een avondje op stap met de auteur van je favoriete boek. Met wie zou je gaan?
Wat een vraag! Het eerste dat in mij opkomt is Fleur van Groeningen. Zij is ondertussen een vriendin van mij geworden. Ze zat hier gisteren samen met haar man. Ik las eerst haar boeken. Toevallig leerden we elkaar kennen via Instagram en nu hebben wij eigenlijk een heel mooie klik. Ik verheug me al om een avondje met haar op stap te gaan. We zijn beiden gevoelige types en kunnen daarover eerlijk zijn. Zo kunnen we bijvoorbeeld goed onze grenzen aangeven bij elkaar. We kunnen echt onszelf zijn en dat is zo heerlijk in een vriendschap.
Heb je een tip voor beginnende schrijvers?
Schrijf veel, schrijf overal, schrijf op publieke plaatsen en probeer eens rond te kijken naar de omgeving. Wat doen de mensen rond je? Beschrijf wat je daarbij voelt. Zie je een koppeltje ruzie maken? Verzin er dan een dialoog bij. Hoe geef jij iets weer wat jij ziet? Als je dat weet, kan je je eigen stijl ontdekken in hoe jij de dingen percipieert. Je moet echt veel schrijven om die ene goede alinea te kunnen schrijven. Denk ook niet te snel dat je er bent. Schrijven is iets dat altijd blijft evolueren. De manier waarop ik nu schrijf gaat niet dezelfde zijn als over tien jaar. Je moet blijven schaven aan een tekst om deze blijvend beter te maken. Durf ook aan anderen te laten lezen wat je schrijft. Er is niets zo helpend als feedback. Heb geen schaamte en durf tonen wat je geschreven hebt. Ik heb een doos vol kartonnen bierkaartjes waarop ik vroeger teksten schreef aan de bar na te veel rode wijntjes. Ik dacht dat ik een goede schrijfster was maar die teksten zijn echt shit. Nog een tip: vermijd alcohol.
Om af te sluiten, wie is Deborah in drie woorden.
Ik kom extravert over maar ik ben eigenlijk heel introvert. Ik laad vooral op als ik alleen ben.
Ik ben enorm nieuwsgierig.
Ik ben een warm persoon, ik geef graag liefde en warmte aan mensen en tegenwoordig ontvang ik dat ook graag terug. Nu weet ik dat ik dat waard ben.
Dank je wel voor dit eerlijke openhartige gesprek!
Foto Deborah: Damon De Backer
Reactie plaatsen
Reacties