Interview Start Poëzieweek Antwerpen

Gepubliceerd op 12 januari 2024 om 15:25

In 2024 vieren we de twaalfde editie van Poëzieweek van Alkmaar tot Zottegem. Edward van de Vendel schrijft voor die gelegenheid tien gedichten rond het thema “thuis” die gebundeld worden in het Poëziegeschenk, nu al hét hebbeding van 2024.

De Poëzieweek wordt feestelijk ingezet op de vooravond van Gedichtendag, woensdag 24 januari 2024, met een schitterende Startshow in Arenberg (Antwerpen). Geschenkauteur Edward van de Vendel is de eregast van dit poëtisch startfeest, waar hij zich zal laten omringen door volgende fantastische gastdichters: Mustafa Kör, Sunni Lamin Barrow (ENG), Ruth Lasters en Daniëlle Zawadi. De muzikale noot zal verzorgd worden door Liliane Saint-Pierre. Jelle Van Riet presenteert.

Ik mocht Edward interviewen in de mooie tuinpaviljoen bij “Iedereen Leest”, naar aanleiding van de Poëzieweek.

 

 

 

Edward, kan je me vertellen welke dichters jij hebt uitgenodigd voor de startshow en waarom je juist deze mensen gekozen hebt?

Gedeeltelijk zijn ze uitgenodigd door het poëziecentrum maar ik mocht er ook een paar op verzoek uitnodigen. Ik koos voor twee dichters en ook een muzikale act. De dichters die ik heb uitgenodigd zijn Sunni Lamin Barrow en Danielle Zawadi. Het zijn beide spoken word-dichters. Aankomende talenten, alhoewel ze al heel veel gedaan hebben dus zo aankomend zijn ze nu ook weer niet. Niet alleen schrijven ze mooi maar ze hebben ook een fantastische presence. Ik ben heel trots dat ze er allebei gaan zijn. En de muzikale act is Liliane Saint- Pierre, niet onbekend in Vlaanderen. Ik heb haar zelf twee keer mogen interviewen en ik vind haar een heel bijzonder iemand. Ik vind het vreemd dat ze niet zo bekend in Nederland is. Ik hoor haar graag spreken omdat ze heel eerlijk is, heel rechtdoorzee en “frank” zoals jullie in Antwerpen zeggen. Ook een dame die op de bres staat, die al heel veel gedaan heeft voor homo-emancipatie en andere zaken. Iemand die ook heel poëtische teksten zingt. Daarnaast heeft ze meegedaan aan het Eurovisiesongfestival en daar hou ik heel veel van, ik vind ‘Soldiers of love’ ook een tof liedje.

Zijn er bepaalde kenmerken in de poëzie van de uitgenodigde dichters die je zelf interessant vindt en met mij wil delen?

Ruth Lasters en Mustafa Kör zijn ook te gast. Wat ik fijn vind aan dat samenspel, is dat het mensen zijn van verschillende plekken en met verschillende poëzie. Ze laten wel allemaal de wereld toe in hun poëzie. Ik vind het zelf leuk dat er maatschappelijke of persoonlijke dingen in poëzie zitten omdat ik geloof dat poëzie een kans biedt om op een andere manier over je dagelijks leven na te denken. Zelf heb ik in mijn leven niet veel poëzie gelezen maar wat ik dan wel heb gelezen heeft soms echt wel dingen bepaald. Ik hield veel van Paul Snoek, dat was voor mij een heel belangrijke dichter. Hij schreef moeilijke verzen maar in één van zijn gedichten schreef hij “onder water wegen alle kronen minder zwaar”. Dat is zo’n zin die ik altijd onthouden heb, zo mooi!

Wat hoop je dat het publiek meeneemt na het bijwonen van dit evenement?

Ik hoop vooral dat ze een fijne avond hebben gehad. Deze dichters zijn heel bijzonder in hun voordracht, op het theateraspect van de poëzie valt wat te beleven die avond, en dan de zang van Liliane Saint-Pierre daarbij. Jelle Van Riet, die de presentatie doet, vind ik echt fantastisch, een heel prettig iemand die heel goed kan luisteren. Ze gaat ook een interview doen die avond. Het gaat een mooie avond worden en ik kijk er naar uit! Het zal vooral niet al te cerebraal zijn. Je hoeft niet enkel diep na te denken.

Voor jonge dichters die hun weg zoeken in de wereld van poëzie is het niet gemakkelijk. Heb je bepaalde adviezen die je zou kunnen meegeven op basis van je eigen ervaringen?

Ik begeleid jonge schrijvers maar dat is meer op het gebied van proza. Dus hier kan ik niet de meest wijze dingen over zeggen. Wat ik wel zie bij jonge dichters is dat ze al meteen vanuit zichzelf een soort eigenheid hebben. Sterk vind ik dat!

Je bent zelf schrijver en dichter. Waar haal jij je inspiratie vandaan?

Bij alles wat ik meemaak vraag ik me eigenlijk altijd af of dit stof is voor een boek. In de dichtenbundel staat mijn gedicht “huisgenoot” en dat is omdat ik een echte huisgenoot heb met wie ik ook bevriend ben maar hij is van een eeneiige drieling afkomstig. Dan ontmoet ik zijn broers en denk ik na of het iets voor een kinderboek kan zijn hoe die drieling met elkaar omgaat. Niet alles wat ik meemaak is direct geschikt voor kinder- of jeugdliteratuur natuurlijk, maar ik denk wel vaak over wat ik ermee kan doen. Ik onthoud het dan ook, noteer het niet in een boekje. Het zijn niet alleen ontmoetingen, het is ook wat ik lees, hoor of voel. Als ik in gezelschap ben en iemand heeft een vreemd beroep dan wil ik daar alles van weten, om misschien ooit te gebruiken voor een volgend boek. Ik heb eens iemand ontmoet die grote stickers kleefde op vliegtuigen, ja hoor dat is een echt beroep, en dat heb ik meteen gebruikt voor een kinderboek. Voor deze dichtbundel is het enkel inspiratie uit mijn eigen leven. Eén keer tien gedichten over tien grote dingen uit mijn leven. Dat was ook omdat ik dit maar één keer ging doen. Ik wil maar één keer voor volwassenen schrijven. Het houdt na deze tien gedichten ook weer op en dus moest ik wel grote belangrijke dingen gebruiken.

En waarom wil je je enkel richten tot kinderen en young adults en niet tot volwassenen?

Dat is een heel goede maar ook een heel moeilijke vraag. Ik ben niet zo heel erg geïnteresseerd in volwassenen als publiek (lacht). Nee, dat is niet helemaal waar. Ik vind het wel leuk om voor volwassenen mijn jeugdverhalen voor te lezen. Het heeft ermee te maken dat ik opgegroeid ben in de jeugdliteratuur. Ik kom ook uit het basisonderwijs, ik heb vijftien jaar les gegeven dus de kindercultuur heb ik altijd geprobeerd bij te houden en daar voel ik me thuis. Je hebt daar ook veel beeld bij, je werkt samen met tekenaars en het is veel energieker en vrolijk. Het is ook toegankelijk en daar hou ik wel van.

Hoe navigeer je tussen kinderboeken, young aldults en poëzie?

Ik schrijf boek per boek, genre per genre. Ik kan niet zo goed dingen door elkaar heen doen. Het poëziegeschenk is afgelopen zomer geschreven en dan heb ik niet iets anders geschreven.

Heb je een persoonlijk favoriet werk dat je hebt geschreven en zo ja, waarom?

Deze bundel is mijn 102e boek dus als ik er nu 1 zou noemen zou ik er 101 weggooien en dat wil ik niet.

In de loop van de tijd, ik publiceer al sinds 1996, zijn er wel een paar boeken die meer zijn blijven hangen en die nog vaker gelezen worden. Ik ben heel dankbaar dat er zo’n aantal titels zijn. “De dagen van de bluegrassliefde” is een van mijn eerste boeken over de liefde tussen twee jongens. Dat is een boek dat altijd een weg heeft gevonden. Vorig jaar is het boek in Amerika uitgekomen, hier verscheen het in 1999. Anoush Elman is een vriend van me die geboren is in Afghanistan en met zijn gezin op zijn twaalfde is gevlucht en met hem en over hem heb ik boeken geschreven (o.a. 'De gelukvinder' en 'Misjka' - nvdr). Dat was een hele fijne samenwerking.

 

Hoe zie jij de rol van literatuur in de maatschappij?

Voor mij betekent literatuur heel veel. Ik zou niet kunnen leven zonder boeken. Het heeft veel te bieden voor iedereen denk ik. Je krijgt echt de kans om na te denken over hoe je zou zijn in een bepaalde situatie. Veel lezen over tegenslag en over hoe kinderen daarop reageren is een manier om het leven te oefenen. Zeker in kinderboeken zoals Harry Potter die voortdurend strijd tegen onderliggend kwaad. Maar hij leert ook dat als je je vrienden dichtbij houdt, die vriendschap sterker zal worden en overleven. Dat vind ik ook bijzonder aan die zeven boeken van Harry Potter, die vrienden en die vriendschap blijft altijd intact. De boodschap is dat je het niet alleen hoeft te doen. De wereld is moeilijk en niets is zeker maar de vriendschap, dat is iets wat wel zeker is. Dat vind ik heel erg mooi. Ik geloof dat als boeken goed geschreven zijn, ze veel indruk op je kunnen maken. Het kan iets doen met en voor je leven. Als mensen geen lievelingsboek gehad hebben in hun leven dan zouden ze veel tekort zijn gekomen.

De laatste vraag mag niet ontbreken: wie is Edward achter de dichter?

Heb je nog vier uur tijd? (lacht). Ik ben de zoon van twee lieve redelijk bescheiden mensen, ik ben de oudste van drie en heb een hele leuke broer en zus. Ik ben gelukkig opgegroeid in een klein dorpje waar ik vandaan ben gegaan omdat ik voelde dat ik niet helemaal zoals de anderen was. Ik val op jongens en dat was niet zo evident in de jaren zeventig in zo’n dorpje. Het was niet zo’n groot probleem maar dan moet je wel de wereld in en verder kijken dan je dorp. Ik hou meer van het midden tussen de grote stad en het dorp, ik hou van het midden tussen de kinderachtige kinderliteratuur en de grote mensen literatuur. Ik hou heel erg veel van muziek maar ik hou ook van het Eurosongfestival. Maar niet die ene kant maar wel de andere kant daarvan. Ik denk dat ik veel dingen leuk vind maar nooit heel erg in de intellectuele hoek geraakt ben. Maar ook niet in de hoek die niet van cultuur houdt. Ik zit daar ergens tussenin.

Bedankt voor de aangename babbel en tot 24 januari in de Arenberg.



 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.